Oorzaken van stroomstoringen

Een elektriciteitsstoring kan verschillende oorzaken hebben. Het is mogelijk dat er kortsluiting ontstaat door een defect apparaat, er kan iets mislopen in de elektriciteitskast of het kan een algemeen probleem op het elektriciteitsnet zijn.

Maar de meeste stroompannes in huis hebben te maken met een probleem in de woning zelf.

STAP 1: Storing op het net of bij u thuis?

Krijgt u te maken met een stroompanne?

Controleer altijd eerst of het een algemeen probleem is of een probleem in een gedeelte van uw eigen elektriciteitsinstallatie.

Hebben uw buren ook geen stroom meer en zit de hele straat zonder verlichting? Dan is er een probleem met het distributienet. Neem in dat geval contact op met uw netbeheerder.

Hieronder vindt u enkele tips om het probleem zelf op te sporen en op te lossen indien het probleem zich tot uw woning beperkt.

is er nog ergens in huis elektriciteit? ga direct naar stap 3. 

STAP 2: Controleer de aardlekschakelaar en hoofdzekering

De nieuwere installaties (na 1981) zijn voorzien van differentieelschakelaars of aardlekschakelaars.

Normaal gesproken is er één algemene differentieelschakelaar en één voor het circuit van de badkamer.

Controleer de aardlekschakelaar en de hoofdzekering.

Is één van deze twee uitgeschakeld? Probeer deze dan opnieuw aan te schakelen. 
Als de aardlekschakelaar of hoofdzekering onmiddellijk weer uitschakelt, schakelt u alle automaten uit (of verwijder alle zekeringen).

Schakel de aardlekschakelaar of hoofdzekering terug in.

Schakel nu één voor één de automaten terug in tot de aardlekschakelaar/hoofdzekering terug uitschakelt.

Schakel de laatst ingeschakelde automaat/zekering terug uit .

Schakel de aardlekschakelaar of hoofdzekering terug in.

Schakel de rest van de automaten /zekeringen terug in.

Ga naar stap 4

STAP 3: Controleer de zekeringen/automaten

Is er een automaat uitgeschakeld, of een zekering gesmolten?

U vindt de automaten in uw zekeringenkast. Een ingeschakelde automaat herkent u aan een rood vlakje, een ‘1’ of ‘ON’. Bij een uitgeschakelde automaat is het vlak groen of ziet u een ‘0’ of ‘OFF’.

Als u geen probleem met de zekeringen vaststelt, contacteert u best een erkend elektricien.

Als er na het vervangen van de zekering of weer aanschakelen van de automaat opnieuw een probleem optreedt, gaat u best op zoek naar de oorzaak.Zie stap 4

STAP 4: Welk apparaat zorgt voor de storing?

Om te achterhalen welk apparaat de storing veroorzaakt, gaat u als volgt te werk:

• Laat de stroomonderbreker (automaat/smeltzekering) uitgeschakeld.
• Ga op uw elektriciteitsplan na welke stopcontacten, schakelaars en andere installaties op de betreffende zekering zijn aangesloten.
  Indien u geen plan heeft kijkt u welke apparaten op dat moment niet werken
• Zet alle aangesloten apparaten en installaties uit en trek de stekker van elk apparaat uit het stopcontact.
• Schakel de automaat weer aan of vervang de smeltzekering.
• Schakel aangesloten lichtkringen één voor één aan.
• Steek nu één voor één alle apparaten opnieuw in het stopcontact en schakel ze aan.
• Van zodra u merkt dat de elektriciteit opnieuw uitvalt, hebt u de boosdoener waarschijnlijk gevonden. Verwijder dit apparaat uit de kring en controleer het op defecten.
• Schakel de automaat weer aan of vervang de smeltzekering.
• Steek de overige apparaten weer in het stopcontact.

Als u het probleem op deze manier niet kan detecteren, schakelt u best een erkend elektricien in.